Beschrijven (opisywać) - Odmiana czasowników i ćwiczenia Dzielić się Skopiowano!

Odmiana czasownika beschrijven (opisywać) we wszystkich czasach z przykładowymi zdaniami i ćwiczeniami.

Materiały dydaktyczne, które wdrażają ten czasownik:

Poziom: A2

Moduł 3: Weekendplannen (Plany weekendowe)

Lekcja 21: Op zondag een wandeling maken. (Idę na niedzielny spacer.)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Beschrijven (opisywać)	Beschreven (opisany)

Czasy czasowników

Aantonende wijs

Niderlandzki	Polski
(ik) heb beschreven	ja opisywałem
(jij) hebt beschreven/hebt beschreven	ty opisałeś
(hij/zij/het) heeft beschreven	on/opisywał/ono opisywało
(wij) hebben beschreven	my opisaliśmy
(jullie) hebben beschreven	wy opisaliście
(zij) hebben beschreven	oni opisują

Niderlandzki	Polski
(ik) heb beschreven	ja opisywałem
(jij) hebt beschreven / hebt beschreven	ty opisałeś
(hij/zij/het) heeft beschreven	on/ona/ono opisał
(wij) hebben beschreven	my opisaliśmy
(jullie) hebben beschreven	wy opisaliście
(zij) hebben beschreven	oni opisali

Niderlandzki	Polski
(ik) zal beschrijven / zal gaan beschrijven	ja będę opisywać
(jij) zal beschrijven / zal gaan beschrijven	ty będziesz opisywać
(hij/zij/het) zal beschrijven / zal gaan beschrijven	on/ona/ono będzie opisywać
(wij) zullen beschrijven / zullen gaan beschrijven	my będziemy opisywać
(jullie) zullen beschrijven / zullen gaan beschrijven	wy będziecie opisywać / będziecie opisywać
(zij) zullen beschrijven / zullen gaan beschrijven	oni będą opisywać

Niderlandzki	Polski
(ik) zal beschreven hebben	ja opisywałbym
(jij) zal beschreven hebben / zul beschreven hebben	ty będziesz opisywał
(hij/zij/het) zal beschreven hebben	on/ona/ono będzie opisał
(wij) zullen beschreven hebben	my będziemy opisywać
(jullie) zullen beschreven hebben	wy będziecie opisali
(zij) zullen beschreven hebben	oni będą opisywali

Conditionele wijs

Niderlandzki	Polski
(ik) zou hebben beschreven	ja opisywałbym
(jij) zou hebben beschreven	ty opisywałbyś
(hij/zij/het) zou hebben beschreven	on/ona/ono opisywałby
(wij) zouden hebben beschreven	my opisywalibyśmy
(jullie) zouden hebben beschreven	wy byście opisali
(zij) zouden hebben beschreven	one opisywałyby

Niderlandzki	Polski
ik zou beschreven hebben	ja opisywałbym
jij zou beschreven hebben / zou jij beschreven hebben	Ty byś opisywał
(hij/zij/het) hij zou beschreven hebben / zij zou beschreven hebben / het zou beschreven hebben	on by opisywał / ona by opisywała / ono by opisywało
wij zouden beschreven hebben	my byśmy opisywali
jullie zouden beschreven hebben	wy opisalibyście
zij zouden beschreven hebben	oni by opisali

Imperatief (gebiedende wijs)

Niderlandzki	Polski
Beschrijf!	Opisz