10K+ studenci - 4.8/5
Ucz się z nauczycielem Materiały dydaktyczne wliczone Ćwicz rozmowę

Zorgen voor (dbać o) - Odmiana czasowników i ćwiczenia

Odmiana czasownika zorgen voor (dbać o) we wszystkich czasach z przykładowymi zdaniami i ćwiczeniami.

Zorgen voor (dbać o) - Odmiana czasowników i ćwiczenia

Materiały dydaktyczne, które wdrażają ten czasownik:

Poziom: A1

Moduł 5: Thuis (W domu)

Lekcja 37: Jouw huisdieren (Twoje zwierzęta)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zorgen voor (dbać o) Gezorgd voor (Zadbany o)

Czasy czasowników

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niderlandzki Polski
ik zorg voor Ja dbam o
jij zorgt voor Ty dbasz o
hij/zij/het zorgt voor On/ona/ono dba o
wij zorgen voor My dbamy o
jullie zorgen voor Wy dbacie o
zij zorgen voor Oni dbają o

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niderlandzki Polski
ik zorgde voor Ja dbałem o
jij zorgde voor Ty dbałeś o
hij/zij/het zorgde voor On/ona/ono dbał o
wij zorgden voor My dbaliśmy o
jullie zorgden voor Wy dbaliście o
zij zorgden voor Oni/one dbali o

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niderlandzki Polski
ik heb gezorgd voor Zadbałem o
jij hebt gezorgd voor Ty zadbałeś o
hij/zij/het heeft gezorgd voor On/ona/ono zadbał/zadbała/zadbało o
wij hebben gezorgd voor Zadbaliśmy o
jullie hebben gezorgd voor Wy zadbaliście o
zij hebben gezorgd voor Oni zadbali o

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niderlandzki Polski
ik heb gezorgd voor Zadbałem o
jij hebt gezorgd voor Ty zadbałeś o
hij/zij/het heeft gezorgd voor On/ona/ono zadbał/zadbała/zadbało o
wij hebben gezorgd voor My zadbaliśmy o
jullie hebben gezorgd voor wy zadbaliście o
zij hebben gezorgd voor Oni zadbali o

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niderlandzki Polski
ik zal gezorgd hebben ja będę dbał o
jij zal gezorgd hebben Ty będziesz dbał o
hij/zij/het zal gezorgd hebben On/ona/ono będzie zadbał
wij zullen gezorgd hebben my zadbamy
jullie zullen gezorgd hebben Wy zadbacie o
zij zullen gezorgd hebben Oni zadbają

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niderlandzki Polski
ik zal/zou gezorgd hebben voor Ja będę dbał o
jij zult/zou gezorgd hebben voor Ty zadbałbyś o
hij/zij/het zal/zou gezorgd hebben voor On/ona/ono będzie/miał dbać o
wij zullen/zouden gezorgd hebben voor My zadbaliśmy by/zadbalibyśmy o
jullie zullen/zouden gezorgd hebben voor Wy zadbalibyście o
zij zullen/zouden gezorgd hebben voor Oni/one będą zadbali o
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niderlandzki Polski
ik zou voor zorgen Ja zadbałbym o
jij zou voor zorgen Ty dbałbyś o
hij/zij/het zou voor zorgen On/ona/ono zadbałby o
wij zouden voor zorgen My dbalibyśmy o
jullie zouden voor zorgen Wy dbalibyście o
zij zouden voor zorgen Oni/one zadbaliby o

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niderlandzki Polski
ik zou voor gezorgd hebben Ja zadbałbym
jij zou voor gezorgd hebben Ty zadbałbyś
hij/zij/het zou voor gezorgd hebben On/ona/ono zadbałby o
wij zouden voor gezorgd hebben My zadbalibyśmy o
jullie zouden voor gezorgd hebben Wy zadbalibyście o
zij zouden voor gezorgd hebben Oni/on/one zadbaliby
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niderlandzki Polski
Zorg voor! Ty dbaj o