Schrijven (pisać) - Odmiana czasowników i ćwiczenia

Odmiana czasownika schrijven (pisać) we wszystkich czasach z przykładowymi zdaniami i ćwiczeniami.

 Schrijven (pisać) - Odmiana czasowników i ćwiczenia

Materiały dydaktyczne, które wdrażają ten czasownik:

Poziom: A1

Moduł 4: Objecten en mensen beschrijven (Opisywanie przedmiotów i osób)

Lekcja 30: Ziekte en pijn (Choroba i ból)

Infinitief Voltooid deelwoord
Schrijven (Pisać) Geschreven (napisane)

Czasy czasowników

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niderlandzki Polski
ik schrijf Ja piszę
jij schrijft Ty piszesz
hij/zij/het schrijft On/ona/ono pisze
wij schrijven my piszemy
jullie schrijven wy piszecie
zij schrijven Oni/one piszą

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niderlandzki Polski
ik schreef Ja pisałem
jij schreef Ty napisałeś
hij/zij/het schreef On/ona/ono pisał
wij schreven My pisaliśmy
jullie schreven wy pisaliście
zij schreven Oni/one pisali

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niderlandzki Polski
ik heb geschreven Napisałem
jij hebt/hef geschreven Ty napisałeś
hij/zij/het heeft geschreven On/ona/ono napisał/napisała/napisało
wij hebben geschreven My napisaliśmy
jullie hebben geschreven wy napisaliście
zij hebben geschreven Oni napisali

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niderlandzki Polski
ik heb geschreven napisałem
jij hebt/heb geschreven Ty napisałeś
hij/zij/het heeft geschreven On/ona/ono napisał/napisała/napisało
wij hebben geschreven My napisaliśmy
jullie hebben geschreven Wy napisaliście
zij hebben geschreven Oni/one napisali

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niderlandzki Polski
ik zal geschreven hebben Ja będę pisał
jij zult geschreven hebben Ty napiszesz
hij/zij/het zal geschreven hebben On/ona/ono napisze
wij zullen geschreven hebben My napiszemy
jullie zullen geschreven hebben wy będziecie pisać
zij zullen geschreven hebben Oni/one będą pisać

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niderlandzki Polski
ik zal/zou geschreven hebben Ja napisałbym/napisałbym
jij zult/zou geschreven hebben Ty napisałbyś
hij/zij/het zal/zou geschreven hebben On/ona/ono napisze/napisałby
wij zullen/zouden geschreven hebben My napisalibyśmy
jullie zullen/zouden geschreven hebben wy/wy byście napisali
zij zullen/zouden geschreven hebben Oni/one napisaliby
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niderlandzki Polski
ik zou schrijven ja bym pisał
jij zou schrijven Ty pisałbyś
hij/zij/het zou schrijven On/ona/ono pisałby
wij zouden schrijven My byśmy pisali
jullie zouden schrijven Wy pisalibyście
zij zouden schrijven Oni/one pisaliby

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niderlandzki Polski
ik zou geschreven hebben Ja bym napisał
jij zou geschreven hebben Ty napisałbyś
hij/zij/het zou geschreven hebben On/ona/ono napisałby
wij zouden geschreven hebben my napisalibyśmy
jullie zouden geschreven hebben wy byście napisali
zij zouden geschreven hebben Oni/one napisaliby
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niderlandzki Polski
Schrijf! Pisz!