Wytyczne nauczania +/- 15 minut

Audio i wideo

  1. Temat może się znacznie zmieniać przy czasownikach nieregularnych.
Infinitief (bezokolicznik)Voltooid deelwoord (imiesłów czasu przeszłego)
brengen (przynosić)gebracht (przyniósł)
denken (myśleć)gedacht (myślałem)
kopen (kupić)gekocht (kupiony)
zoeken (szukać)gezocht (szukać)
hebben (mieć)gehad (miał)
doen (robić)gedaan (zrobione)
gaan (iść)gegaan (poszedł)
zijn (być)geweest (był)
moeten (musieć)gemoeten (musiał)
zitten (siedzieć)gezeten (siedział)

Wyjątki!

  1. To są często występujące nieregularne czasowniki, ale jest ich znacznie więcej.

Ćwiczenie 1: Onregelmatige voltooid deelwoorden

Instrukcja: Wstaw poprawne słowo.

Pokaż tłumaczenie Pokaż odpowiedzi

politie, gedaan, gebracht, gegaan, gevonden, gehad, geweest, gedacht

1. Gaan:
We zijn naar het ziekenhuis ... vlak na het ongeluk.
(Poszliśmy do szpitala tuż po wypadku.)
2. Brengen:
Hij heeft zijn documenten niet ... naar de ambassade.
(On nie przyniósł swoich dokumentów do ambasady.)
3. Vinden:
De politie heeft het verloren voorwerp ....
(Policja znalazła zgubiony przedmiot.)
4. Bedenken:
We hebben eindelijk een oplossing ... voor het probleem.
(W końcu znaleźliśmy rozwiązanie problemu.)
5. Denken:
Wij hebben lang over de reis ....
(Długo myśleliśmy o podróży.)
6. Zijn:
Mijn telefoon is lang kwijt ...
(Mój telefon był długo zagubiony)
7. Doen:
De ... heeft haar werk snel ... na de ramp.
(Policja szybko wykonała swoją pracę po katastrofie.)

Ćwiczenie 2: Wielokrotny wybór

Instrukcja: Wybierz poprawne zdanie z prawidłową formą nieregularnego imiesłowu przeszłego w kontekście katastrof wakacyjnych, raportów policyjnych lub pomocy ratunkowej.

1.
De woordvolgorde is onnatuurlijk; 'het al' hoort niet tussen 'bij de politie' en 'aangegeven' te staan.
Het voltooid deelwoord 'aangegeven' wordt aan elkaar geschreven, niet gescheiden.
2.
'Bewaart' is geen voltooid deelwoord, maar een tegenwoordige tijd; hier moet het voltooid deelwoord 'bewaard' staan.
Het voltooid deelwoord 'bewaard' mag niet met een hoofdletter in het midden van de zin geschreven worden.
3.
Het voltooid deelwoord 'gegaan' is verkeerd gespeld als 'gegaaan'.
'Gegaanen' is geen correct voltooid deelwoord; het moet 'gegaan' zijn.
4.
'Gesteleen' is geen correct voltooid deelwoord; het juiste is 'gestolen'.
'Gestolenst' is onjuist; voltooid deelwoorden eindigen hier niet op '-st'.